Trendonderzoeker dr. Wallner definieert in het gesprek met KAMPMANN HEUTE termen als 'Industrie 4.0', 'digitale transformatie' en legt uit welke route daarheen moet worden afgelegd.
Dr. Wallner, de term 'digitalisering' is alom present – en bij iedereen bekend. Maar met de definitie hebben velen moeite. En als het erom gaat dit proces in ondernemingen te dragen, d.w.z. de digitale transformatie te realiseren, dan zijn er nog altijd sommigen die er niets mee kunnen beginnen. U doet trendonderzoek naar dit thema en adviseert ondernemingen met betrekking tot de digitale revolutie en Industrie 4.0. Kunt u hier wat meer over vertellen?
Ik zal mijn best doen!
Laten we met een eenvoudige vraag beginnen: Hoe zou u digitalisering kort willen definiëren?
Digitalisering is een ingrijpend transformatieproces van onze leef- en arbeidswereld, die door disruptieve technologieën wordt veroorzaakt en versneld, maar niet alleen vanuit technologisch oogpunt bekeken moet worden. Want door de digitalisering vindt ook een maatschappelijke verandering van het waardesysteem plaats. Technologieën die worden gebruikt voor de digitalisering zijn gegevensanalyse, de koppeling van intelligente apparaten of de procesautomatisering door systemen met kunstmatige intelligentie. En hoewel de formulering nog vaak te vinden is, gaat het bij de digitalisering al lang niet meer om de transformatie van analoge in digitale formaten, maar om individuele producten, persoonlijke benadering en om het oplossen van problemen.
En wat bedoelt u met de term 'Industrie 4.0'?
Industrie 4.0 kan worden opgevat als de combinatie van klassieke industriële productie met gegevens en disruptieve technologieën van de digitalisering. Door de machines te verbinden met het 'internet der dingen' worden nieuwe productie-, onderhouds- en communicatieprocessen mogelijk. Aan elk punt in dit net verzamelen sensoren gegevens, die gezamenlijk in bigdata-analyses worden geëvalueerd en worden gebruikt om de gehele waardeketen te optimaliseren. Door in de productie meer robots in te zetten, kunnen in combinatie met systemen met kunstmatige intelligentie grote delen worden geautomatiseerd en kunnen beslissingen direct door de systemen worden genomen. Machines kunnen zo bijvoorbeeld slijtageverschijnselen melden en onderhoud aanvragen, voordat dit tot productie-uitval leidt.
"Het huidige begrip van de klant en voorsprong op de concurrentie door ervaring worden verkeerd ingeschat en nieuwe technologieën worden te snel afgewezen."
Je hebt het gevoel dat vooral middelgrote ondernemingen nog proberen te begrijpen wat er precies gebeurt in plaats van actief aan het proces deel te nemen. Waarom hebben ondernemingen zo veel moeite met de digitale transformatie?
Volgens mij spelen hierbij verschillende factoren een rol: Enerzijds is de economische situatie momenteel zeer positief – voor veel ondernemingen ontbreekt simpelweg de noodzaak om hun bedrijfsmodel te wijzigen. Dat is een kortzichtige zienswijze die zich op zijn laatst wreekt als het succes afneemt en de financiële middelen voor een – ongetwijfeld dure – digitale transformatie niet meer aanwezig zijn. Anderzijds vinden veel ondernemingen geen uitgangspunt om aan de digitale transformatie te beginnen. Het grote aantal mogelijkheden en het ontbreken van kennis en geld in de betreffende afdelingen leiden dan tot een soort verlammende toestand, waarin liever helemaal geen besluiten worden genomen dan dat het verkeerde besluit wordt genomen. Ook is het veel ondernemingen niet duidelijk welke voordelen een gegevensgestuurd bedrijfsmodel kan opleveren. Het huidige begrip van de klant en voorsprong op de concurrentie door ervaring worden verkeerd ingeschat en nieuwe technologieën worden te snel afgewezen.
Sommigen, en niet alleen Rijnlanders, denken misschien nog "het is nog altijd goed gegaan" en verslapen zo de transformatie. Hoe erg kan dat nu zijn?
De gevolgen kunnen per branche verschillend zijn: op verschillende markten doet de digitalisering pas duidelijk later zijn intrede, en zijn alle concurrenten ook in een digitale winterslaap gevallen. Dan krijgt de onderneming misschien nog een tweede kans. Met zeer grote waarschijnlijkheid is dan uiteindelijk niet meer mogelijk om de digitale transformatie te negeren. In de meeste gevallen staat de concurrentie echter niet stil, en zodra minimaal één onderneming alle efficiencyvoordelen van de digitalisering benut, wordt dit de nieuwe norm in de branche. Omdat deze onderneming al een nieuwe basis heeft gecreëerd waarop nieuwe projecten eenvoudiger gerealiseerd kunnen worden, wordt het tegelijkertijd voor alle andere concurrenten steeds moeilijker om dit ontwikkelingstempo bij te houden of zelfs te overtreffen. Wie hierin niet slaagt en zich niet anderszins in de ogen van de klant kan profileren, wordt met grote waarschijnlijkheid uit de markt gedrukt.
Stel je een onderneming voor die tot nu toe absoluut 'analoog' actief was. De chef zegt nu: "Digitalisering – gaan we doen!" Maar niemand weet hoe en waar te beginnen. Was adviseert u hem?
Eerst moet een digitale strategie worden ontwikkeld om goed na te denken over projecten op lange en korte termijn en deze met elkaar in verband te brengen. Zonder een goede planning bestaat het risico dat afzonderlijke digitale initiatieven niet eens op gang komen, niet worden afgerond of na de realisatie niets opleveren omdat de doelstellingen van begin af aan niet goed werden gedefinieerd. Daarom moeten in het kader van deze digitale strategie eerst kleine projecten worden gestart om snel resultaten te behalen en sceptische medewerkers alsnog te overtuigen. Over het algemeen is het integreren van medewerkers in het digitaliseringsproces minstens net zo belangrijk als het realiseren van het proces zelf. Een succesvolle transformatie is immers met hun weerstand niet mogelijk – een geleefde transformatie daarentegen is des te effectiever.
"Het integreren van medewerkers in het digitaliseringsproces is minstens net zo belangrijk als het realiseren van het proces zelf."
Ondernemingen die toch al vrij digitaal bezig zijn, zoals in de e-commerce, hebben het makkelijker met de transformatie. In de productiesector is dat echter niet zo makkelijk. Hoe digitaal kan bijvoorbeeld een metaalverwerkend bedrijf worden?
In elke branche is er sprake van een zeker optimaliseringspotentieel door de digitale transformatie, maar natuurlijk zijn de uitgangspunten totaal verschillend. Waar handelsondernemingen amper over technische installaties beschikken en de nadruk vaak ligt op digitaal gekoppelde leveringsketens, maken machines in de productiesector nog een groot deel uit van de bedrijfsmiddelen. Elk van deze machines heeft echter gelijktijdig het potentieel om met behulp van sensoren gegevens te verzamelen die gebundeld in bigdata-analyses geëvalueerd kunnen worden. Dit biedt een kans voor automatisering: als het systeem tijdens het evalueren van de gegevens op een probleem stuit – in een metaalverwerkend bedrijf bijvoorbeeld een werkstuk dat de belastingsgrens bijna heeft bereikt – kunnen in realtime tegenmaatregelen worden genomen. Temperaturen zouden automatisch aangepast, machines opnieuw gekalibreerd of – in het geval van slijtage aan de installaties zelf – vroegtijdig onderhouden kunnen worden, om productieonderbrekingen te voorkomen. Maar ook buiten de kernactiviteiten van productieondernemingen zijn er mogelijkheden voor een digitale transformatie. Daartoe horen onder meer de communicatie met klanten en toeleveranciers, die via nieuwe digitale kanalen, platformen en samenwerkingsvormen gegevensgericht geoptimaliseerd kan worden, alsook de samenwerking van de eigen medewerkers onderling.
Tot slot een kleine voorbeschouwing: waar zie u de Duitse middelgrote bedrijven in 2030? Anders gezegd: waar zou u ze graag zien?
Ik zou wensen dat de omvang en relevantie van de digitale transformatie dan voor alle middelgrote bedrijven duidelijk is. Bij het huidige tempo waarin onze leef- en arbeidswereld verandert, en dat tempo zal alleen nog maar toenemen, is het over 12 jaar te laat om pas dan eraan te beginnen. Er is al een aantal innovatieve ondernemingen die met hun bedrijfsmodel ook internationaal veel succes hebben, er is echter ook een groot aantal middelgrote bedrijven die de digitalisering hoofdzakelijk als risico zien en nog afwachten. Velen zijn zich niet bewust van de mogelijkheden en worden te zeer in beslag genomen door de optimalisering van hun bestaande bedrijfsmodel om relevante ontwikkelingen in andere ondernemingen, andere branches en andere landen te zien. Dit potentieel moet volgens mij worden gebruikt om in Europa toonaangevend te kunnen blijven en met grote concerns en innovatieve start-ups te kunnen concurreren.